Eerst zitten we op volgorde van leeftijd. Mijn plek is rechts in de cirkel, tussen de ouderen. Het begint te wennen. Vroeger was ik altijd de jongste bij opleidingen, maar die tijd is lang voorbij. Bij de opleiding die ik nu doe, familieopstellingen in Groningen, is ordening een belangrijk thema. Iedereen heeft een plaats binnen het systeem. Er zijn veel manieren om te ordenen. Hoeveel jaar werkervaring heb je? Ik reken en kom op 14 jaar. Mijn eerste betaalde baan kreeg ik in 2000. Ik verschuif naar de linkerkant van de cirkel. Ergens tussen de dertigers. Het voelt raar. Aarzelend stel ik de vraag: moet ik misschien de jaren als kunstenaar meerekenen?
Op hoeveel jaar kom ik dan? Zesentwintig jaar. Ik moet ervan huilen. Een deel van mij haalt opgelucht adem. Al die jaren die ik had afgedaan als mislukt, blijken toch waarde te hebben. Ondanks alles. Ja ik was onvolwassen, onverantwoordelijk en vol zelfdestructie. Gezondheid was vanzelfsprekend en we wilden toch niet oud worden, dus kon en mocht alles. Al die foto’s die ik maakte, de nachten in de kroeg, de reizen zonder plan, de exposities die ik organiseerde, de stukjes die ik schreef. Ik had overal mijn mening over klaar. Ik dacht in zwart wit. Stortte me ieder jaar in een nieuw liefdes avontuur. Was in de hemel en stortte weer neer. Sommige herinneringen zijn pijnlijk en vol schaamte, maar natuurlijk had ik niets ervan willen missen.
Erkennen dat ik niet één gezicht heb geeft zo veel meer plezier en ruimte. Ik ben niet alleen verstandig en wijs, maar ook ijdel en onbezonnen. Niet alleen een doorzetter maar ook wispelturig en vol ongeduld. Niets menselijks is mij vreemd om maar een oud Latijns gezegde aan te halen. De drang om een ‘goed mens’ te zijn, verantwoordelijk, volwassen, vriendelijk en empathisch maakte dat ik een schat van ervaring had afgedaan als niet relevant. Maar juist die ervaring geeft me de diepte die ik nodig heb in mijn werk en leven van nu. En als ik me niet meer anders hoef voor te doen dan ik ben, word ik vast een leuker mens.