De zomer is zo snel gegaan. We waren één week weg, in de natuur. De rest van de tijd was ik in en om het huis. We hebben een zolderkamer leeg geruimd en verbouwd. We hebben -eindelijk weer-veel vrienden en familie gezien, soms voor het eerst in anderhalf jaar. En gelanterfanterd, opgeruimd, gelezen, getekend, geschilderd, gerommeld. God, wat vliegt de tijd als je dat doet.
Mijn buurman hielp met klussen op zolder. Tot voor kort wist ik zijn naam niet eens. We groeten elkaar vriendelijk op de trap, maar daar bleef het bij. Nu we samen staan te schilderen, praten we over van alles. We vergelijken waar we uitgingen in onze jonge jaren. Nee ik kwam niet in de Roxy, Vrankrijk was meer mijn plek. Hij haalt zijn wenkbrauwen op, Vrankrijk? Dat kraakpand? Dat had hij niet verwacht. Hij had een heel ander beeld van mij als buurvrouw.
Het doet me denken aan de Artist’s Way groepen. Mensen met totaal verschillende achtergrond trekken bijna een half jaar met elkaar op. In het begin zijn er soms vooroordelen maar uiteindelijk altijd aangename verrassingen, raakpunten en gedeelde liefdes. ‘Dit weet bijna niemand’ verzuchten mensen verbaasd en opgelucht. We delen wensen, dromen, rare overtuigingen en angsten die we onderweg tegenkomen. Jezelf gespiegeld zien in nieuwe ogen werkt verfrissend.
In de hangmat op het balkon zuig ik de laatste zonnestralen van de zomer op. De scholen zijn weer begonnen, net als veel ouders slaak ik een zucht van verlichting. Geen kind meer dat om drie uur in de middag staat te ontbijten, geen kudde pubers op de trap om half twee ‘s nachts. Rust, ritme, regelmaat. Met gemengde gevoelens zie ik het licht veranderen. Nog even en de herfst staat voor de deur.